Commissie Toezicht en Veiligheid

Inleiding:

In 2019 heeft de WMTA een convenant gesloten met de Nederlandse Vechtsportautoriteit (VA). Dit houdt simpelweg in dat wij, als bond, hebben aangegeven een actieve bijdrage te willen leveren aan het behalen van de doelstelling die de VA heeft geformuleerd.

“ De Nederlandse Vechtsportautoriteit heeft als doel het bereiken en bewaken van een gereguleerde, gezonde, veilige en goed georganiseerde vechtsportsector.”

Kijkend naar deze doelstelling kunnen wij niet anders doen dan een bijdrage leveren aan het realiseren van deze doelstelling. Dit betekent ook iets voor onze bond. Dit heeft effect op bijvoorbeeld onze inrichting maar daarnaast ook op de procedures die wij doorgaans volgen.

Samen met de andere bonden zullen we niet alleen moeten streven naar een eenduidige werkwijze maar we zullen deze werkwijze ook vorm moeten geven.

Door een overeenkomst aan te gaan met de WMTA gaan de deelnemers, organisatoren en juryleden akkoord met de protocollen zoals die in onze regelementen zijn opgenomen.

In dit document zullen wij verder ingaan op onze visie en procedures.

Inrichting:

Onze sport is een sport waarin, door de jaren heen een eigen cultuur is ontstaan. Een cultuur die wij met elkaar normaal zijn gaan vinden en dus ook een cultuur waarbinnen wij ons weten te bewegen.

Cultuur is een mooi goed maar er zitten ook nadelen aan. Zaken die voor ons normaal zijn, zijn voor de buitenwereld op zijn minst soms bijzonder te noemen. Met elkaar streven wij er naar om het kick- en thaiboksen het podium te geven dat bij deze sport hoort en met elkaar zullen wij ons moeten inspannen om de zaken die bijdragen aan een negatief imago te verbannen uit onze sport.

Een van de eerste veranderingen die we gaan toepassen binnen de WMTA is het aanstellen van een commissie die zich bezig gaat houden met normafwijkend gedrag. Normafwijkend gedrag is niet bepaald een concreet begrip maar te denken is aan misstanden tijdens gala’s en toernooien. Deze commissie zal actief zijn onder de naam: “Commissie Toezicht en Veiligheid” (CTV).

Er zijn veel partijen betrokken bij de organisatie van gala’s en toernooien. Denk hierbij aan de sportschoolhouders, trainers/coaches, deelnemers, organisatoren, een bond en publiek.

De CTV zal na normafwijkend gedrag een voorgeschreven procedure volgen en de uitkomst daarvan delen met de VA. Door de VA zal er een toetsing plaatsvinden en wanneer blijkt dat de procedure en de uitkomsten daarvan op de juiste wijze zijn doorlopen en vastgesteld, delen met de overige bonden. Eventuele maatregelen zullen worden gehandhaafd door de overige bonden waardoor de stap richting een eenduidig beleid dichterbij is.

Wij benadrukken dat onze werkwijze zich richt op een route richting  veiligheid, gezondheid en plezier binnen onze sport.

De CTV richt zich zoals eerder genoemd op:

1. Deelnemers
2. Sportschoolhouders, trainers, coaches
3. Organisatoren (promotors)
4. Intern ( Bond)

Voor al deze partijen is er een protocol opgesteld met daarin rollen, verwachtingen en eventuele maatregelen die getroffen worden bij normafwijkend gedrag.

De commissie bestaat uit drie onafhankelijk personen die aangesteld zijn binnen de bond en zorg dragen voor het waarborgen en controleren van de naleving van de opgestelde protocollen.

Deelnemers:

De VA heeft inmiddels regels opgesteld ten aanzien van de deelnemers aan gala’s en toernooien. Deze zijn terug te vinden in de ‘ALGEMENE GEDRAGSREGELS FULL CONTACT VECHTSPORTEN’

Gezien het feit dat wij als WMTA convenantpartner zijn van de VA, houdt het automatisch in dat wij ons conformeren aan deze regels. De genoemde gedragsregels zullen worden bijgevoegd als bijlage 1.

Sportschoolhouders, trainers en coaches:

De Algemene Gedragsregels Fullcontact Vechtsporten zijn onverkort van toepassing op de sportschoolhouders, trainers en coaches. Een en ander is terug te vinden in artikel 9 van de Gedragsregels.

Als WMTA zien wij deze categorie mensen die een belangrijke rol vervullen en door vele mensen zullen deze mensen zelf gezien worden als rolmodel. Er mag wat verwacht worden van deze mensen en daarom zijn onze reglementen onverkort van toepassing.

Organisatoren/ promotors:

Een organisator/promotor onderhoudt nauwe contacten met de bond. De bond verbindt zich alleen met de promotors die een licentie hebben. De promotor kan voor advies m.b.t. het verkrijgen van een licentie terecht bij de bond. Zonder licentie kan er geen evenement plaatsvinden.

De bond verleent geen promotie op het moment dat de promotor niet voldoet aan de gestelde eisen.

Veelal verkrijgt een promotor een vergunning van een gemeente en daar maakt een veiligheidsplan deel van uit. Van een promotor mag verwacht worden dat deze bewust nadenkt over de veiligheid op de gala’s. De promotor heeft, samen met een matchmaker, invloed op de samenstelling van het publiek. De bond verwacht dat er, conform de reeds geldende regels, tijdig een matchmaking wordt aangeleverd waarmee de bond een toetsing kan doen.

De promotor draagt daarnaast ook zorg voor de veiligheid van het publiek, deelnemers en officials. De WMTA verwacht daarom ook dat de promotor voor het gala een deugdelijk veiligheidsplan aanlevert (of minimaal besproken wordt) waarin ieder geval wordt ingegaan op:

1. Aard van het evenement -> Wat voor partijen staan er op het programma.
2. Programmering -> Komt het programma overeen met de regels van de VA (jeugd)
3. Evenementenlocatie -> kan de bond in alle veiligheid werken.
4. Beveiliging -> Hoeveel beveiligers zijn er aanwezig en wat is hun rol

Intern ( Bond):

De WMTA hecht veel waarde aan de professionaliteit van de officials en de bestuursleden.

Ook binnen dit kader hebben we helaas te maken met normafwijkend gedrag en ook daar besteedt de CTV aandacht aan.

De zaken die sowieso conform de procedures van de VA worden afgehandeld zijn:

Betrokkenheid bij dopinggebruik, seksuele intimidatie en matchfixing.

Voor overige zaken m.b.t. normafwijkend gedrag hanteren wij de sanctievoorstellen van de VA die betrekking hebben op gedragingen gepleegd door deelnemers met daarbij de opmerking dat wij ons realiseren dat er van officials en bestuursleden van een bond meer mag worden verwacht. Daar zal een maatregel dan ook op worden aangepast.

Zie hiervoor bijlage 2:  Door de bonden op te leggen sancties op overtreding van artikelen 5, 6, 7 en 8 van de Algemene Gedragsregels full contact vechtsporten

Algemeen:

Als bond hanteren wij de procedures die voorgeschreven zijn door de VA. Bij twijfel zoekt de bond contact met de VA voor nader overleg.

Bijlage 1: Algemene Gedragsregels Full Contact Vechtsporten

ALGEMENE GEDRAGSREGELS FULL CONTACT VECHTSPORTEN

Algemeen; definities

1. Onder vechter wordt verstaan: een ieder die met de Vechtsportautoriteit een overeenkomst heeft gesloten voor het verkrijgen van een digitaal Fightpassport (hierna: de Overeenkomst).
2. Door het aangaan van de Overeenkomst sluit de vechter zich aan bij en gaat hij akkoord met de inhoud van de door het Instituut Sportrechtspraak (hierna: ISR) opgestelde en op haar website gepubliceerd reglementen (www.isr.nl), waaronder in ieder geval begrepen het Algemeen Tuchtreglement en de reglementen betreffende Doping, Seksuele intimidatie en Matchfixing, als ook met de inhoud van de op de Dopingautoriteit gepubliceerde nationale en internationale reglementen (www.dopingautoriteit.nl).
3. De vechter zal zich op de hoogte stellen van de inhoud van deze gedragsregels en de hiervoor genoemde reglementen en van de eventueel toekomstige wijzigingen hierin.
4. Voor toepassing van deze reglementen worden de volgende definities uitgebreid: – Lid: omvat tevens vechters (personen die de Overeenkomst met de Vechtsportautoriteit hebben gesloten). – (Sport)bond: hieronder wordt tevens de Vechtsportautoriteit begrepen.

Fair play

5. De vechter zal in en buiten de ring/kooi zijn sport beoefenen met respect voor zijn tegenstander, diens begeleiding en de bij de vechtsport betrokken officials (scheidsrechter, jury etc.). Verder zal hij het van toepassing zijnde wedstrijdreglement naar de letter en geest van de regels naleven.
6. De vechter zal geen technieken toepassen die niet op grond van het toepasselijke reglement zijn toegelaten.

Gedrag buiten wedstrijdsituatie

7. De vechter zal buiten een wedstrijd- of trainingssituatie geen geweld toepassen afgezien van een in art. 41 van het Wetboek van Strafrecht omschreven geval (noodweer). 8. De vechter onthoudt zich van gedragingen waarmee hij de sport ernstige schade kan toebrengen, waaronder in ieder geval begrepen door de Nederlandse wet strafbaar gestelde gedragingen en gedragingen die als maatschappelijk onbetamelijk worden gezien.

Begeleiding

9. Vechters zullen ervoor waken dat bovenstaande regels ook in acht worden genomen door de personen die hen begeleiden tijdens wedstrijden, zoals trainers, verzorgers etc. Ingeval een van deze personen zich heeft misdragen in het verleden, zal de vechter ervoor zorgen dat deze persoon niet meer wordt toegelaten tot zijn begeleiding, tenzij hij hiervoor de expliciete toestemming heeft gekregen van de sportbond onder wiens auspiciën de wedstrijd wordt georganiseerd.

De straffen

10. Overtreding van deze gedragsregels kan op grond van art. 8 van het Algemeen Tuchtreglement van het ISR leiden tot de in art. 15 van dat reglement genoemde bestraffingen. De hoogte van een eventuele straf zal onder meer afhangen van de ernst van de overtreding, de eventuele aanwezigheid van opzet, de gevolgen en het al dan niet aanwezig zijn van recidive.
11. De bestraffing van schending van deze gedragsregels en het wedstrijdreglement dat mogelijk van toepassing is, kan echter ook door de bond waarvan de vechter lid is worden afgedaan, wanneer (I) de bond hiervoor een op schrift gestelde procedure heeft, (II) de feiten niet vallen onder de reglementen van het ISR betreffende Doping, Seksuele intimidatie en Matchfixing en (III) wanneer de procedure leidt tot een bestraffing die in verhouding staat tot het feit. Wanneer de bond van mening is dat een schorsing van meer dan drie maanden moet worden opgelegd, zal de zaak moeten worden aangebracht bij het ISR.
12. Door het ISR of de bond opgelegde straffen (inclusief voorlopige maatregelen) worden vermeld in het Fightpassport. Een definitief opgelegde straf staat, wanneer is voldaan aan het gestelde in het vorige artikel (in het geval van een door de bond opgelegde straf), in de weg aan een nieuwe bestraffing voor hetzelfde feit.
13. Bij twijfel over welk orgaan (de bond of het ISR) de meest aangewezen partij is om een procedure te beginnen tegen een vechter, zal de betreffende bond overleggen met de Vechtsportautoriteit.
14. Wanneer aan een vechter door de bond of het ISR een straf of maatregel (voorlopige sancties daaronder begrepen) krijgt opgelegd, zal deze worden gerespecteerd door alle bonden die onder het toezicht van de Vechtsportautoriteit en door de Nederlandse Boksbond staan en geldt deze sanctie voor alle activiteiten die onder het toezicht van de Vechtsportautoriteit en de Nederlandse Boksbond vallen. Tevens verplicht de vechter door

het aangaan van de Overeenkomst zich ertoe gedurende een eventueel opgelegde schorsing, ook wanneer deze is opgelegd voor een feit dat is gepleegd voordat de Overeenkomst is gesloten, niet deel te nemen aan wedstrijden in het buitenland op het gebied van (kick)boxen, thaiboksen of mma. Iedere schending van deze verplichting levert een afzonderlijke overtreding op.

15. De Vechter gaat akkoord met een eventuele openbaarmaking van de uitspraak van een tegen hem aanhangige procedure door het ISR, de Vechtsportautoriteit of bond waarbij hij is aangesloten indien dit nodig is om de naleving van de sanctie te waarborgen en/of de zaak inmiddels bij een groter publiek bekend is, ook wanneer geen sprake is van een definitieve uitspraak. Het ISR zal uitspraken in alle gevallen geanonimiseerd kunnen publiceren op zijn website.

Bijlage 2: Door de bonden op te leggen sancties op overtreding van artikelen 5, 6, 7 en 8 van de Algemene Gedragsregels full contact vechtsporten

Inleiding

Hieronder zal een algemeen sanctieadvies worden gegeven voor door de bonden op te leggen sancties voor overtreding van de artikelen 5, 6, 7 en 8 van de Algemene Gedragsregels full contact vechtsporten.

De bonden hebben de bevoegdheid deze overtredingen zelf af te doen indien de feiten niet vallen onder de reglementen van het Instituut Sportrechtspraak (ISR) betreffende Doping, Seksuele intimidatie en Matchfixing en wanneer de procedure leidt tot een bestraffing die in verhouding staat tot het feit. Wanneer de bond van mening is dat een schorsing van meer dan drie maanden moet worden opgelegd, er om andere redenen sprake is van een ernstige overtreding, dan wel dat in de zaak nader feitelijk onderzoek nodig is, zal de zaak moeten worden aangebracht bij het ISR. Ingeval sprake is van fysiek geweld buiten een wedstrijdsituatie (waaronder ook bewust natrappen wordt begrepen) tijdens een vechtsportevenement waarbij letsel wordt veroorzaakt, zal altijd aangifte moeten worden gedaan bij het ISR.

Bij twijfel over welk orgaan (bond of ISR) de meest aangewezen partij is om een procedure te beginnen tegen een vechter, zal de desbetreffende bond overleggen met de Vechtsportautoriteit.

 Procedure

Ingeval van een verdenking van een overtreding door een lid van de bond die de bond ingevolge het bovenstaande zelf kan bestraffen, zal (het bestuur, dan wel een speciaal daarvoor ingerichte tuchtrecht commissie van) de bond binnen een week na ontdekking hiervan de overtreder schriftelijk op de hoogte stellen van de vermoedelijke overtreding en het voornemen om een sanctie op te leggen. De bond zal, binnen redelijke grenzen, ervoor te zorgen dat deze mededeling de betrokkene bereikt (en zo nodig ook telefonisch contact zoeken). De betrokkene heeft vervolgens twee weken de tijd om hierop te reageren, waarna de bond uiterlijk binnen twee weken een beslissing zal nemen.

In afwachting van de beslissing zal de bond, ingeval van ernstige overtredingen, de betrokkene voorlopig schorsen en dit opnemen in het digitale Figthpassport. De bond zorgt ervoor dat, met inachtneming van bovenstaande termijnen, de procedure snel wordt afgerond. De uiteindelijke sanctie die door de bond wordt opgelegd dient schriftelijk te worden opgelegd aan de overtreder en in het digitale Fightpassport van de Nederlandse Vechtsportautoriteit te worden verwerkt.

Ingeval het een overtreding betreft die niet door de bond zelf zal worden afgedaan, zal de bond op de voet van art. 9 van het Algemeen Tuchtreglement van het ISR aangifte doen bij het ISR. In de aangifte wordt de overtreding geformuleerd en kan de bond tevens verzoeken een voorlopige en/of een bepaalde straf op te leggen en/of om de betrokkene geheel of gedeeltelijk in de kosten van de tuchtrechtelijke procedure te veroordelen.

Sanctieadvies

Wanneer de bond van mening is dat de vermoedelijke overtreding daadwerkelijk is gepleegd kan de bond de volgende sancties opleggen: een schorsing van maximaal drie maanden waarin de betrokkene niet aan wedstrijden deel mag nemen en/of een berisping.

Een en ander doet geen afbreuk aan de mogelijkheid van een bond om betrokkene te royeren of voor langere tijd uit te sluiten van door de bond te organiseren wedstrijden (maar deze sanctie komt niet in het digitale Fightpassport en heeft geen invloed op de mogelijkheid van betrokkene om bij andere bonden te gaan vechten).

Hieronder zal een sanctieadvies worden gegeven voor de meest voorkomende overtredingen. De bond blijft uiteraard ook bevoegd andere overtredingen af te doen, zo lang aan de hiervoor genoemde voorwaarden wordt voldaan.

Belediging van tegenstander of andere aanwezigen:

-eenvoudig woord of gebaar -grof (bijv. met ziektes/racistisch) 1 tot 2 maanden schorsing

en/of meer dan een keer 2 tot 3 maanden schorsing

Onreglementair voorkomen (bijv. bewust natrappen, niet gehoorzamen van de instructies van de officials of andere vergrijpen die in strijd zijn met de wedstrijdreglementen. NB: bij letsel dient altijd aangifte te worden gedaan bij het ISR)

1 tot 3 maanden schorsing

Bedreigingen van tegenstander of andere aanwezigen

1 tot 3 maanden schorsing

Commentaar op de leiding

Berisping, 1 maand uitsluiting

Fysiek geweld richting tegenstander (buiten wedstrijdsituatie) of andere aanwezigen (NB: bij letsel dient altijd aangifte te worden gedaan bij het ISR). 

1 tot 3 maanden schorsing

(tekst R. Bosman)